Welke verwijten na het Reuzegom-arrest zijn terecht, en welke niet?

Opiniestuk

5 juni 2023

De verontwaardiging over de lage straffen van de Reuzegommers is groot. De Morgen houdt zeven stellingen tegen het licht die opduiken in het protest.

1. ‘De traditionele media verzwijgen de namen van de Reuzegommers. Ze zitten mee in het bad.’

De bekende YouTuber Acid gooide de namen van vijf Reuzegommers online, en er gaan steeds meer stemmen op om zijn voorbeeld te volgen. Op de redactie van De Morgen is lang gepraat over het al dan niet noemen van de namen van de veroordeelde Reuzegommers. Aangezien er werkstraffen zijn opgelegd en ze vrijuit gaan voor de zwaarste aantijgingen, hebben we ervoor gekozen om de anonimiteit te bewaken en initialen en/of bijnamen te gebruiken.

 

Als iemand door het hof van assisen tot een jarenlange celstraf veroordeeld wordt of als het gaat om mensen met macht of aanzien, schrijven we hun naam in de krant wel voluit. Voor onbekende burgers die werkstraffen opgelegd krijgen, ligt dat anders, omdat de focus ligt op re-integratie. In praktijk wordt er ook minder over dat soort zaken bericht.

Over de keuze om de namen niet te noemen, mag discussie bestaan. Dat is op de redactie van De Morgen ook het geval. Maar het protest gaat intussen niet meer alleen over het noemen van namen. De verontwaardiging over de lage straffen van de Reuzegommers is een breder protest geworden tegen de ‘elite’ die de potjes gedekt wil houden. “Er worden door de maatschappij dieperliggende zaken in dit arrest geprojecteerd”, verduidelijkt advocaat Joris Van Cauter die ‘Remork’ bijstond.

2. ‘Hun ouders zijn rijk en de Reuzegommers hadden de beste advocaten. Dit is klassenjustitie.’

Sanda Dia stierf in een vernederend ritueel waarvan hij hoopte dat het hem binnen zou loodsen in het geprivilegieerd netwerk van Reuzegom. Er werd op hem geplast, hij kreeg geblende muizen en vissen te eten en moest liters sterke drank drinken. Na zijn dood bleek dat netwerk onaantastbaar. De gekleurde jongen is dood, de Reuzegommers krijgen een tweede kans. Voor veel betogers is dit arrest een duidelijk voorbeeld van klassenjustitie.

Hadden jongens met een migratieachtergrond of andere sociale status een zwaardere straf gekregen? Sociaal ondernemer Youssef Kobo gelooft van wel. Ook Sven Mary, advocaat van de vader en de broer van Sanda Dia, is ervan overtuigd dat jongens met migratieachtergrond anders behandeld zouden worden.

Die bewering is moeilijk te bewijzen. In Nederland deed de Universiteit Leiden in 2015 een omvangrijk onderzoek naar etnisch gerelateerde verschillen in straftoemeting. Dat liet zien dat daders van andere origine vaker en soms ook langere onvoorwaardelijke gevangenisstraffen krijgen dan autochtone daders. Maar een groot deel van de verschillen konden verklaard worden door de uitkomsten te corrigeren voor persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals de aanwezigheid van een strafblad, waardoor het allemaal minder zwart-wit werd.

Wat in het dossier Reuzegom vaak vergeten wordt als men uitspraken doet over racial bias, is dat er in de beklaagdenbank ook een jongen zat met andere roots. Z.B., alias Rafiki, is – net als Sanda Dia – de zoon van een witte moeder en een zwarte vader. Hij werd veroordeeld tot een werkstraf van 250 uur en een geldboete.

Niet alleen de Reuzegeommers werden bijgestaan door topadvocaten, ook langs de kant van de burgerlijke partijen stonden ervaren pleiters.

3. ‘Er is een jongen dood, en toch krijgen ze een lichte straf.’

De bestraffing is mild, zeker in vergelijking met de straf die het Openbaar Ministerie had gevraagd. Dat heeft te maken met het grote verschil dat in het strafrecht bestaat tussen opzettelijke en onopzettelijke doding. Volgens het Antwerpse hof van beroep waren de leden van Reuzegom onvoorzichtig bij de doop van Sanda Dia, maar hebben zij zijn dood niet opzettelijk veroorzaakt. Die redenering leidde naar werkstraffen, en niet de celstraffen die het Openbaar Ministerie had geëist.

Daar tegenover staat dat het hof van beroep wel zware werkstraffen uitsprak: van 200 uur tot het wettelijke maximum van 300 uur.

De veroordeling komt niet op hun strafblad. Zelfs al wordt zo’n uittreksel uit het strafregister in veel privébedrijven niet gevraagd, dan nog had het symbolisch een blijvende herinnering kunnen zijn aan wat er gebeurd is met Sanda Dia.

Waarom het hof een werkstraf verkiest boven een celstraf, staat niet letterlijk in het arrest, maar het is duidelijk dat de raadsheren maximaal hebben willen inzetten op een tweede kans voor de jonge beklaagden.

4. ‘Een boete van 400 euro is niets. Het is evenveel als de ex-Reuzegommers betaalden die in 2009 een varken mishandelden.’

Het is verleidelijk, maar ook moeilijk om rechtszaken met elkaar te vergelijken: het gaat immers altijd om individuele dossiers.

De focus ligt hier op een werkstraf. Onopzettelijke doodslag kan bestraft worden met een gevangenisstraf van minimum drie maanden en maximum twee jaar, en een geldboete tussen 50 en 1.000 euro. Het Antwerpse hof van beroep veroordeelde de Reuzegommers tot de minimumboete.

Dat bedrag moet nog maal 8 (opcentiemen) worden gedaan, wat de uiteindelijke boete op 400 euro (50 euro x 8) brengt. De veroordeelde Reuzegommers draaien daarnaast ook op voor de gerechtskosten en de schadevergoedingen voor de burgerlijke partijen. Voorlopig zijn die kosten begroot op 67.277,47 euro, oftewel 3.737,63 euro per veroordeelde. In totaal zullen de Reuzegommers dus meer dan 4.000 euro moeten betalen.

Dat is nog altijd weinig. Waarom het hof die lage boete uitspreekt, wordt niet verduidelijkt in het arrest. “Misschien was er minder commotie geweest als die boete niet was uitgesproken”, zegt Joris Van Cauter. “Dat was juridisch mogelijk geweest als er verzachtende omstandigheden zouden zijn aangenomen.”

De Reuzegommers die in 2009 een biggetje mishandelden, hebben 400 euro betaald. Toen was er geen beslissing van een rechter, maar werd er een minnelijke schikking bereikt tussen de studenten en het parket van Leuven. Hoe dat bedrag bepaald werd, is niet bekend. De som die betaald werd in de zaak Spekkie is een zogenaamde ‘afkoopsom’.

5. ‘De Reuzegommers hebben op de eerste doopdag in Leuven – op 4 december 2018 – gelogen tegen een docente geneeskunde die haar bezorgdheid uitte over Sanda Dia. Dat is schuldig verzuim.’

Hoewel de groep op dat moment nog naar Vorselaar moest vertrekken, verklaarde een van de Reuzegommers tegenover de docente dat de doop praktisch gedaan was. Hij verzekerde haar ook dat hij geneeskundestudent was, en dat hij behoorde tot de studentenclub Medica.

Op het proces is niet uitgeklaard welke Reuzegommer toen gesproken heeft. Het is laakbaar dat daarover gelogen wordt, maar het is ook niet zeker of dit element bij de beoordeling zo’n verschil had gemaakt.

Het staat vast dat Sanda Dia erg verzwakt was toen hij aankwam in Vorselaar, maar tijdens het onderzoek is dit moment in Leuven nooit in het vizier gekomen als het ging over schuldig verzuim. Om iemand te veroordelen voor schuldig verzuim, moet die wetens en willens beslissen om niet op te treden als er gevaar dreigt.

Op bewakingsbeelden is te zien hoe Sanda Dia in Leuven niet meer op zijn benen kan staan, maar hij is op dat moment niet in levensgevaar. De student uit Edegem stierf door een acuut hersenoedeem, veroorzaakt door te veel zout in zijn lichaam door de grote hoeveelheden vissaus. Daar was nog geen sprake van in Leuven.

Ook de feiten die plaatsvonden in Leuven zijn beoordeeld door het hof van beroep van Antwerpen. De vissaus komt pas in Vorselaar op de proppen. Het hof oordeelde daarover dat de Reuzegommers wel hulp hebben gezocht toen ze begrepen dat Sanda Dia in gevaar was.

6. ‘De Reuzegommers hebben zich duidelijk racistisch uitgelaten. Waarom werden ze dan niet veroordeeld voor racisme?’

Voor de feiten maakte een van de Reuzegommers een filmpje van hoe een zwarte dakloze werd bezongen: “Handjes kappen, de Congo is van ons.” Volgens getuigen werd het n-woord ook gebruikt tegen Sanda Dia. Zijn broer vertelde in een interview met De Morgen dat hij daardoor met een gevoel van racisme blijft zitten.

Al in het begin van het Reuzegom-dossier is er sprake van racisme. In 2020 pikte de gerenommeerde Amerikaanse krant The New York Times het verhaal op van de fatale studentendoop bij Reuzegom. De krant noemde zijn dood toen “een symbool van de groeiende onverdraagzaamheid” in ons land, maar uiteindelijk werden de Reuzegommers niet voor racisme vervolgd. De burgerlijke partijen hebben ook nooit klacht ingediend wegens racisme. In het arrest dat 118 pagina’s telt, komt de term ‘racisme’ niet voor. “Dat is logisch omdat er niet vervolgd werd wegens racisme”, zegt Anthony Godfroid, die voor dierenrechtenorganisatie Gaia optrad.

7. ‘Als de Reuzegommers niet willen zeggen wie er visolie heeft gegeven aan Sanda, zijn ze allemaal schuldig.’

De omerta binnen Reuzegom stoot veel mensen tegen de borst. Niet alleen is nooit uitgeklaard wie de professor in Leuven van antwoord diende. Ook de belangrijkste vraag – wie heeft de vissaus toegediend? – werd op het proces niet beantwoord.

Volgens het Antwerpse hof van beroep is geen van de achttien Reuzegommers schuldig aan het toedienen van schadelijke stoffen. Dat komt niet omdat ze daarover gezwegen hebben maar omdat ze volgens de rechters niet beseften hoe schadelijk die vissaus is.

De collectiviteit wordt wel aanvaard als het gaat over onopzettelijke doding. Op dat vlak dragen alle Reuzegommers evenveel verantwoordelijkheid. “Tijdens het doopritueel waren alle beklaagden aanwezig. Zij stonden rondom de schachten en moedigden hen aan goudvissen in te slikken en deze vervolgens, middels de toediening van visolie, weer uit te braken… Het drinken van de visolie betreft een actief groepsgebeuren, waarbij het drinken van de visolie door de groep werd opgedragen.” Het hof verwijt aan elkeen van de bij deze visproef aanwezige beklaagden een mededaderschap.

Ook op vlak van de mensonterende behandeling en dierenmishandeling werd de collectiviteit aanvaard.

Protest tegen uitspraak in proces-Sanda Dia houdt aan

Het ongenoegen over de straffen die uitgesproken zijn in het Reuzegom-proces blijft groot. Dit weekend vonden op verscheidene plaatsen protestacties plaats tegen de – volgens de aanwezigen – veel te lichte straffen die de achttien leden van studentenclub Reuzegom kregen na de studentendoop die Sanda Dia het leven kostte.

Het Antwerpse hof van beroep legde 18 leden van de studentenclub Reuzegom werkstraffen tot 300 uur en geldboetes tot 400 euro op voor de dood van Dia. Afgelopen zaterdag kwamen een honderdtal mensen samen aan het gerechtsgebouw van Hasselt. Ze hadden pamfletten bij met opschriften als “Dit is geen gerechtigheid, maar klassenjustitie”, “FOK Klassenjustitie”, “Justice for Sanda” en “Iedereen kan nu verder met zijn leven behalve Sanda”.

Zondag werd er geprotesteerd in Gent, Brugge en Brussel. De grootste opkomst was er in Gent, waar een duizendtal manifestanten samenkwamen onder de Stadshal. Vandaar ging het in groep richting het Gentse Justitiepaleis. In Brugge en Brussel kwamen telkens een paar honderd mensen op straat.

Opgemerkte aanwezige in Brussel was YouTuber Acid, die vorige week in een van zijn filmpjes de namen van een aantal Reuzegommers online gooide. Het filmpje werd door YouTube verwijderd. Het bedrijf besliste ook om het account van Acid een aantal dagen te blokkeren.

Voor juridische gevolgen moet Acid voorlopig niet vrezen: het parket van West-Vlaanderen liet dit weekend weten dat er geen gerechtelijk onderzoek volgt naar de bewuste video. Tenzij een van de Reuzegommers klacht zou indienen. De advocaten van de Reuzegommers lieten eerder al weten dat ze de video verwerpen, maar van een klacht is voorlopig geen sprake. Acid lijkt trouwens vast van plan om de gang van zaken in het proces-Sanda Dia te blijven aanklagen. Voor de camera’s van VTM Nieuws gaf hij te kennen dat hij vandaag met nieuwe informatie zal komen: “Ik heb toch een manier gevonden om iets naar buiten te brengen.”

Artikel uit De Morgen, 5 juni 2023

Beeld Wouter Van Vooren

Laatste publicaties

De Standaard, 4 mei 2024

Advocaat van Roger Vangheluwe: “Justitie zelf hielp onderzoek naar misbruik in de kerk om zeep”

“Het onderzoek naar misbruik in de kerk is dood. Maar de begrafenis wordt altijd opnieuw uitgesteld.” Joris Van Cauter, de advocaat van bisschop Roger Vangheluwe, noemt de Operatie Kelk een grote mislukking. En dat is volgens hem de schuld van justitie, en niet het gevolg van een doofpotoperatie.

Mark Eeckhaut

Joris Van Cauter is sinds 14 maart 2012 als advocaat van de gevallen bisschop Roger Vangheluwe betrokken bij Operatie Kelk, het gerechtelijk onderzoek naar seksueel misbruik in de kerk en naar het bestaan van een doofpotoperatie. Na het ontslag van de bisschop in april 2010 kwam een tsunami aan onthullingen over misbruik in de kerk op gang. “Er is historisch gezien veel seksueel misbruik geweest binnen de kerk. Dat kan niemand ontkennen. Vroeger was de kerk overal: in de sportclub, de zorg, de jeugdbeweging, op school. Vandaag is de kerk daar veel minder aanwezig of zelfs verdwenen, maar het misbruik is niet weg. De machtsrelaties zijn verschoven. Maar het zijn vandaag nog altijd mensen die macht hebben – leraren, politici, mediafiguren – die zich aan misbruik bezondigen. Macht is het sleutelwoord.”

Van Cauter is er oprecht van overtuigd dat er geen doofpotoperatie in de kerk bestaat of bestaan heeft. “Het klopt wel dat de kerk tot 20 jaar geleden en allicht ook daarna niet wist hoe om te gaan met seksueel misbruik in eigen rangen. Maar dat was niet alleen in de kerk het geval. Het bewustzijn over de ernst van misbruik is in de maatschappij sterk geëvolueerd.”

Op 24 juni 2010, toen Operatie Kelk van start ging, was u nog niet betrokken bij de zaak?

“Toen de speurders binnenvielen in het aartsbisschoppelijk paleis en de Sint-Romboutskathedraal, zag ik zoals iedereen die avond op televisie hoe de politie dozen met documenten uit de ramen van het aartsbisschoppelijk paleis gooide. En ik hoorde in de media hoe ze de crypte van kardinaal Mercier hadden opengemaakt op zoek naar zogezegd verborgen geheime documenten. Ik maakte me toen al de bedenking dat een onderzoek dat gevoerd wordt met de camera’s erbij, gedoemd is om te mislukken. Na de bekentenis van Vangheluwe dat hij zijn neef had misbruikt, spoelde een golf van terechte verontwaardiging over ons land. Maar justitie moet boven die verontwaardiging staan. En dat heeft ze met Operatie Kelk niet gedaan. De gretigheid waarmee justitie van start is gegaan, was de basis van foute beslissingen.”

Wat was volgens u juridisch fout met die huiszoekingen?

“Als de onderzoeksrechter bij iemand thuis een huiszoeking doet, moet hij concrete aanwijzingen hebben dat daar bewijzen zijn te vinden voor het misdrijf dat hij onderzoekt. Een onderzoeksrechter mag niet zomaar in iemands huis binnengaan om daar eens rond te neuzen. Eerst moet op papier staan wat hij onderzoekt en over welke aanwijzingen hij beschikt.”

“Maar de enige aanwijzing waarover de onderzoeksrechter toen beschikte, was een warrige verklaring van Godelieve Halsberghe die tussen 2000 en 2009 de voorzitster was van de commissie seksueel misbruik in de kerk. Zij had horen zeggen dat er ‘geheime dossiers’ over seksueel misbruik verborgen lagen in de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen. Een broodjeaapverhaal, waar ze later op terugkwam. Maar voor de onderzoeksrechter volstond dat om de politie overal huiszoekingen te laten verrichten. Dat is juridisch niet correct.”

De kerk heeft meteen na het begin van Operatie Kelk geprobeerd om de huiszoekingen door een hogere rechtsinstelling nietig te laten verklaren. Waarom niet het hoofd buigen en meewerken aan het onderzoek?

“Als er een juridische procedure tegen u gevoerd wordt, is op de grond gaan liggen en over u heen laten lopen geen optie. Een verdachte moet dan zijn stem laten horen en zeggen dat de fundamentele principes er voor iedereen zijn. Ook voor de kerk. Dat heeft niets te maken met verantwoordelijkheid ontvluchten. De kerk heeft al meteen na het ontslag van Vangheluwe in een pastorale brief van mei 2010 haar verantwoordelijkheid erkend en expliciet gezegd dat ze de ernst van het misbruik en de gevolgen ervan onvoldoende heeft onderkend en in het algemeen is tekortgeschoten.”

“De commissie-Adriaenssens was in april 2010 aangesteld door de kerk om slachtoffers hun verhaal te laten doen. Die commissie leverde ernstig werk, daar was iedereen het over eens. Maar ook haar dossiers zijn die 24ste juni in beslag genomen. Het gerechtelijk onderzoek heeft het werk van die commissie onmogelijk gemaakt. Er zijn in de jaren daarna verschillende arbitrageprocedures opgestart door de kerk om te proberen met de slachtoffers tot een financieel vergelijk te komen. Op die manier zijn veel mensen geholpen en vergoed geweest. Nu wordt dat allemaal onder de mat geveegd. De kerk is nochtans heel ver gegaan. Ook in zaken die lang verjaard waren of voor de rechtbank niet bewezen waren, zijn vergoedingen betaald. Dat is uniek.”

Advocaat Walter Van Steenbrugge die optreedt voor een groep slachtoffers, zegt dat al kort na het begin van Operatie Kelk binnen het gerecht in samenspraak met de kerk clandestiene zittingen zijn opgezet om het onderzoek te saboteren?

“Hij heeft het dan over de zittingen van de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) waarbij de huiszoekingen van Operatie Kelk nietig zijn verklaard. Ik hoor meester Van Steenbrugge zeggen dat dit du jamais vu is. Nochtans is hij de eerste om de nietigheid van een onderzoek te vragen als hij een cliënt verdedigt bij wie de politie 200 kilogram cocaïne vindt, maar waarbij de huiszoeking er op een foute juridische basis is gekomen.”

“Dat bij twee zittingen van de KI in 2010 de burgerlijke partijen – in casu Van Steenbrugge – niet werd uitgenodigd voor de debatten over de nietigheid, vindt hij reden genoeg om te spreken over clandestiene zittingen. Terwijl de discussie over of de slachtoffers aanwezig mochten zijn op die zittingen, louter een discussie is over de interpretatie van de wet die dat regelt.

“In een latere fase van de procedure ben ikzelf als advocaat van Vangheluwe ook een keer niet uitgenodigd door de KI. Ik ben naar het Hof van Cassatie gestapt en dat heeft ons gelijk gegeven. Maar ik heb toen niet geroepen dat die eerste zitting ‘clandestien’ was. Er zijn advocaten die iedere zaak die niet verloopt zoals zij dat wensen, een falen van justitie noemen en zeggen dat het systeem ‘rot’ en ‘corrupt’ is. Ik doe daar niet aan mee.”

“Van Steenbrugge heeft het ook over een derde ‘clandestiene’ zitting waarbij de KI in maart 2014 besloot het in beslag genomen archief van het aartsbisdom terug te geven. Die dozen met documenten hebben bijna vier jaar op de griffie gelegen, zonder dat Van Steenbrugge ze is komen inkijken. De speurders hebben er de relevante stukken uit gekopieerd. Daar is niets bezwarends in gevonden. Daarna heeft het aartsbisdom die stukken teruggevraagd en teruggekregen. Ook daar is niets clandestiens aan.”

Walter van Steenbrugge is niet de enige die vermoedt dat de kerk druk heeft proberen uit te oefenen op het gerechtelijk onderzoek. De Hoge Raad voor de Justitie heeft Operatie Kelk doorgelicht en stelde in zijn rapport van 16 april dat er ‘indicaties’ van druk zijn vanuit de kerk op het gerecht.

“De Hoge Raad is dat onderzoek begonnen na de commotie die de uitzending Godvergeten in september 2023 heeft veroorzaakt. Ik heb gevraagd aan de Hoge Raad om ook gehoord te worden, vergeefs. Blijkbaar was het principe van woord en wederwoord niet zo belangrijk, want de Hoge Raad heeft wel uitgebreid met meesters Van Steenbrugge en Mussche gepraat. Misschien moet ik dat voortaan een clandestiene zitting van de Hoge Raad noemen? (lacht). Ik ben ontgoocheld over dat rapport. De Hoge Raad schrijft in zijn conclusies dat hij geen formele bewijzen heeft dat de kerk druk heeft uitgeoefend. Maar door het op die manier te zeggen, suggereer je natuurlijk wel dat er iets aan de hand is. Voor de rest gaat de Raad niet verder dan het herhalen van enkele onbewezen roddels.”

“De Hoge Raad is zelf in opspraak gekomen door fraude bij het magistratenexamen. Ik stel me de vraag of de Raad na die fraude nog wel recht van spreken heeft. Hij had na dat schandaal beter de eer aan zichzelf gehouden en collectief ontslag genomen.”

Een van de aanbevelingen van de parlementaire commissie misbruik die donderdag haar conclusies voorstelde, is dat er na de verkiezingen een nieuwe parlementaire commissie komt die onderzoekt of de kerk Operatie Kelk heeft gesaboteerd?

“Ik denk niet dat dit veel zin heeft. Onderzoekscommissies zijn er in eerste instantie om politieke verantwoordelijkheden te bepalen, niet om misdrijven vast te stellen. Daarvoor dient een strafonderzoek. Maar een strafonderzoek openen op basis van roddels, wat is daar de zin van?”

Het onderzoek-Kelk werd 14 jaar geleden opgestart. Kan het volgens u ooit nog tot iets leiden?

“Veel slachtoffers van seksueel misbruik die tot op vandaag weinig of geen aandacht hebben gekregen, hebben voor een andere aanpak gekozen dan de juridische weg. Velen onder hen hebben erkenning en, in de mate van het mogelijke, financiële compensatie gekregen. Anderen hebben hun hoop in justitie gesteld. Zij zijn vandaag slechter af. Dat is niet de schuld van de kerk, wel van de verantwoordelijken van het gerechtelijk onderzoek en de ondoordachtheid waarmee ze aan hun onderzoek zijn begonnen. Velen hebben ook geloofd in de burgerlijke procedure die meester Van Steenbrugge heeft aangespannen. De paus en het Vaticaan zouden veroordeeld worden. Maar die procedure is gestrand voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, zoals verwacht kon worden.”

“Misschien had justitie sneller duidelijkheid moeten scheppen en een pijnlijke boodschap brengen. Die boodschap is dat Justitie niets meer kan doen aan zaken die soms meer dan 50 jaar oud zijn. Het onderzoek naar misbruik in de kerk is dood. Het is alleen nog niet begraven. De begrafenis wordt altijd opnieuw uitgesteld, tegen beter weten in.”

 

Artikel uit De Standaard 4 mei 2024

Foto: © Frank Bahnmuller

Lees meer
26 april 2024

Prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof

Indien u een uitnodiging ontvangt om te worden verhoord, dient men u op beknopte wijze kennis te geven van de feiten waarover u zal worden verhoord.

 

Maar wat indien u ook de vertegenwoordiger bent van een rechtspersoon die mogelijks wordt verdacht?

 

Moet u in dat geval voorafgaandelijk ook worden verduidelijkt in welke hoedanigheid u zal worden verhoord, als natuurlijke persoon of als vertegenwoordiger van die rechtspersoon?

 

Is dit noodzakelijk om een effectieve uitoefening van het zwijgrecht mogelijk te maken?

 

Omtrent deze voor het ondernemingsstrafrecht belangrijke problematiek stelde de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brugge bij vonnis van 19 april 2024 een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof.

 

Wordt dus vervolgd.

Lees meer
De Standaard, 2 april 2024

Lessen uit een proces dat justitie heel graag wou

Justitie trad snel en doortastend op in de zaak tegen Bart De Pauw, stelt Joris Van Cauter vast. Een schoolvoorbeeld van klassenjustitie. Tot een catharsis heeft het niet geleid.

“Het proces dat niemand wou” is een proces dat, als je het nader bekijkt, velen heel graag wilden. Niet het minst justitie zelf. Het is een schoolvoorbeeld van klassenjustitie. En niemand schijnt dat te zien. Belaging en het creëren van een elektronische overlast zijn veelvoorkomende ‘relationele’ misdrijven. Het zal wel koelen zonder blazen, is de basishouding van justitie. Uit de praktijk blijkt dat de veelvuldige klachten van slachtoffers heel vaak zonder gevolg blijven. Af en toe, wanneer het leidt tot levensdelicten, met dramatische gevolgen. In de regel dien je als advocaat zelf naar de onderzoeksrechter te stappen vooraleer er iets gebeurt. En die onderzoeksrechter zit meestal niet te wachten op nog maar eens een uit de hand gelopen (v)echtscheiding.

Hoe anders ging het in de zaak-Bart De Pauw. Nog voor bij de politie één klacht gekend was, liet de procureur des Konings zelf een voorlopig proces-verbaal opstellen. Op 11 november nota bene. De procureur vatte diezelfde 11 november 2017 nog een onderzoeksrechter. Die laatste ging vervolgens over tot huiszoekingen en een telefoontap. Ook ging de onderzoeksrechter over tot het persoonlijk verhoren van alle betrokken vrouwen en Bart De Pauw zelf. Voor het proces ten gronde werden op de rechtbank in Mechelen twee volledige dagen uitgetrokken.

Een “gewoon” slachtoffer van belaging of zelfs verkrachting krijgt in de regel de onderzoeksrechter niet te zien. Die heeft daar geen tijd voor. De verhoren zijn politiewerk. Een huiszoeking of telefoontap voor dit soort misdrijven is de absolute uitzondering. Wanneer het tot een proces komt, dan wordt het belagingszaakje op een goede 30 minuten afgehandeld samen met ongeveer twintig andere zaken dezelfde ochtend.

Eerlijk proces

Afgaande op de reacties van de betrokkenen is dit doortastend optreden van justitie geen succesverhaal. De oudste feiten dateren van meer dan 20 jaar geleden en tot op vandaag is van een catharsis geen sprake. Integendeel.

Met steun van velen uit de culturele wereld trekt de VRT nu drie weken de tijd uit om acht vrouwen hun verhaal te laten doen over het gedrag van Bart De Pauw. Een vijfsterrendocumentaire, volgens velen. Toch enkele bedenkingen. Net zoals in Godvergeten wordt een verhaal gebracht louter en alleen vanuit één kant. Anders dan in Godvergeten kreeg hier de andere zijde wel de kans om mee te werken. Dat werd geweigerd. Als kijker kun je dat betreuren maar als advocaat begrijp ik het. Meer nog, het is de enige juiste keuze. De opnamen vonden plaats tijdens het proces. Met de camera op schoot naar het proces. Begin als beklaagde maar eens op twee fronten te strijden. In Mechelen voor drie rechters, die na woord en wederwoord beslissen over schuld en straf. Je moet het hebben meegemaakt om te weten hoe ingrijpend het is. Maar er is altijd hoop.

Hoop op een eerlijk proces. Daar gaven de rechters blijk van in hun vonnis dat begint met de verklaringen van alle betrokkenen, vanwege de vrees dat in samenvattingen de nuances verloren dreigen te gaan. Hoop op een vrijspraak of ten minste op een straf op mensenmaat. Een straf die perspectief biedt, soms helend is en in ieder geval eindig. In het vonnis vinden we dat terug: de rechters stellen in hoofde van Bart De Pauw oprecht schuldbesef vast. Vandaar een straf met uitstel van tenuitvoerlegging.

 

Catch 22

Het andere front ligt op televisie. Voor heel Vlaanderen, en daar is er geen hoop. De juridische waarheid is hier minder van belang. Het gaat om iets anders. De reportagemaker van Het proces dat niemand wou wil de kijker iets leren: hoe gevaarlijk machtsrelaties kunnen zijn en welke impact dit kan hebben op wie er slachtoffer van is. Je bent als beklaagde het voorwerp van een les aan de kijker. Ja, de reportage zou zelfs deel moeten uitmaken van het lessenpakket.

Een gruwelijkere straf is moeilijk denkbaar. Generatie na generatie wordt geconfronteerd met jouw fouten. Maatschappelijk en familiaal ben je quasi dood. Deze straf kun je niet uitzitten, deze straf biedt geen enkel perspectief. Jouw schuld neemt ook geen einde met het betalen van de burgerlijke partijen. Die juridische benadering heeft plaatsgemaakt voor een moralistische benadering. Zonden kunnen vergeven worden na een gelaïciseerde publieke mediabiecht.

Dat de rechter heeft geoordeeld dat je aan jezelf hebt gewerkt en blijk hebt gegeven van oprecht schuldbesef is van geen tel. Het oordeel over schuldbesef en oprechtheid komt niet aan de rechter toe maar aan het volk. Daarom moet je nog eens op het scherm door het zand gaan en excuses aanbieden. Voor waar je schuldig aan bevonden bent. En ook voor waar je niet schuldig aan bent. Er zijn immers altijd wat fouten die juridisch helaas de dans hebben ontsprongen. Die excuses worden vervolgens gewogen door enkele mediarechters op hun oprechtheid en zo kan de genade van het volk terug over jou komen.

Enig probleem is dat tot vandaag nog niemand geslaagd is in deze beproeving: wie zich hieraan waagt beoogt uiteindelijk altijd eigenbelang en dan kunnen excuses natuurlijk niet oprecht zijn. Dat is de catch 22 van de mediabiecht. Het proces dat echt nog altijd niemand wil, is van een andere aard. Dat vergt een ander onderzoek. Met name hoe het komt dat diegenen die vandaag het hardst zijn in hun veroordeling gisteren het hevigst in hun lofbetuigingen. Een oud zeer. En passend bij de tijd van het jaar: hoe weinig tijd er is tussen Palmzondag en Goede Vrijdag.

 

Artikel uit De Standaard, 02/04/2024

Foto: © belga

Lees meer

Wij gebruiken cookies

Door deze website te gebruiken, aanvaardt u de cookies. Voor meer informatie, zie ons privacy- en cookiesbeleid